Blog

De maat is VOL – Oliebol

Vandaag vloog ik uit de bocht. Eerst reed ik bijna tegen een witte Volvo aan toen ik een bocht nam op een polderweggetje.

 

 

Ik had haar niet zien aankomen en dat was raar; ik had net nog naar een paar gekke koeien gekeken in de wei. En ik vond dat die drie wel bevoorrecht waren ten opzichte van de andere honderd die door de open schuifdeur van de schuur achter een hek dommig stonden toe te kijken. Ik vroeg me af of ze gevoelens van afgunst kenden.
Mijn mobieltje lag netjes in autovakje. Ik was aan het meezingen met de Black Eyed Peas. Dat vloog allemaal door mijn hoofd toen ik uit het niks die witte 4Wheel Volvo door de bocht zag komen.

Remmen piepten, de ABS deed zijn werk. Onze witte bumpers kusten elkaar bijna, haar ogen schoten vuur. Ik wachtte met verkrampte vingers rond het stuur op de klap die gelukkig uitbleef.

Ik deed mijn raampje open om me te verontschuldigen maar liet haar eerst even ontploffen.
“Waar zat u met uw gedachten?” vroeg ze boos. “Als u niet bij de les bent moet u de auto laten staan”. Toen ze wegreed bleef ik nog even met een kloppend hart en draaiende motor stilstaan. Wat was hier gebeurd? Ik was goed geschrokken en dankte God dat de vrouw in een dikke Volvo reed met een nog beter remsysteem dan mijn auto. Ofwel was zij supersnel aan komen scheuren of ik had een blackout. Het gebeurde in een splitsecond. Toch bleef het me bezighouden maar ik zette het van me af om verdere ongelukken te voorkomen. Gelukkig heb ik volgende week vakantie.

De dag verliep verder goed, een leuk interview met een raadslid in een voetbalkantine.  En daarna de nodige zaterdagboodschappen. Daar vloog ik opnieuw uit de bocht. Het was tegen vier uur en ik had na het ontbijt niks meer op, op de bittere zwarte kantinekoffie na.
Heerlijke geuren kwamen uit het oliebollenkraampje bij de ingang van het winkelcentrum. Mijn maag rammelde alsof hij mijn neus wilde steunen. Met twee volle boodschappenkratjes van Albert Heijn kwam ik opnieuw voorbij de oliebollenkraam. Mijn benen stopten. “Wat is er lekker warm?” vroeg ik aan de verkoopster. “De gewone oliebollen”, zei ze. ‘Oké, dan wil ik er eentje graag alstublieft” zei ik. “Eentje maar?” Ze stond al met een grote witte lege zak in haar handen.
“Ja eentje, want het is eigenlijk niet goed voor me.”
Haar echtgenoot met een buik waar al veel oliebollen in verdwenen waren, stopte een oliebol in de magnetron. “Suiker?” vroeg hij. Ik knikte en legde een tientje op de glasplaat. “Betaal de volgende keer maar” zei hij met vette knipoog terwijl zijn ogen hongerig naar mijn voorgevel gleden. Ik wilde geen volgende keer, diepte 70 cent op uit mijn broekzak en legde die op de glasplaat, 10 cent te weinig maar meer had ik niet over voor een kleffe oliebol uit de magnetron. Vastenavond voor mijn vandaag.

De maat is VOL – deel 9 – Brengen scherven geluk?

Vandaag is mijn wekelijkse vrije dag en legt de bakker altijd een volkoren abdij brood voor me weg. De bakker is al om 7.00 uur open maar dan kan dit heerlijke brood nog niet gesneden worden omdat het te warm is. Het is een rond stevig maar mals brood met een knapperige korst waar een beetje witte bloem over gestrooid is.

 

 

Ik ken geen enkele andere bakker die dit overheerlijke brood bakt. Ik had me vanmorgen gewogen en er was een kilo af, vier nu in totaal sinds deze blog. Het gaat langzaam, maar door de terugkerende problematiek met ontsteking van mijn hielbot zit sporten er helaas nog steeds niet in.

Terwijl ik voor de vitrine stond te kijken naar de heerlijke Belgische koffiekoeken en taartjes, weerstond ik de verleiding, ondanks mijn knorrende maag.
Bij de charcuterieafdeling bij dezelfde bakker, weerstond ik de heerlijke salades en vers gemaakte chocopasta. Braaf kocht ik Toscaanse kipfilet en dieetsalami en besloot mezelf te trakteren op een fles biotomatensap. Ik was namelijk veel te blij met die teller op 118. (Ja… ik ben bij het begin niet helemaal eerlijk geweest toen ik zei dat ik 120 woog maar dat paste zo mooi bij de metafoor naar de maximale snelheid op de weg!).  Dus, voor jullie -2 maar voor mij -4.

Thuisgekomen verzamel ik mijn boodschapjes en stap uit mijn auto. Pats, de glazen fles met tomatensap glijdt uit mijn armen en spat in vele stukken uiteen naast en rond de wielen van Gérard zijn auto. Koud dik rood sap drupte over mijn blote voeten. Je zou je in een thriller wanen.
Heb ik weer. Is dat nou mijn beloning voor mijn sterke gedrag?

Ik snel naar binnen, vul enkele emmers met water en smijt het als een volleerde schoonmaakster over de straatstenen. Dom dom dom. Het glas vloog alleen maar verder onder de auto die ik dus ook niet meer kon verzetten zonder er met de banden doorheen te rijden.
Intussen komt de buurman voorbij, 70 is hij en loopt iedere ochtend wel 20 kilometer terwijl de hele straat nog in diepe slaap is. “Goed bezig buurvrouw” roept hij, in de veronderstelling dat ik de auto van mijn man aan het wassen ben. Had ie nog nooit gezien, zal ie ook nooit te zien krijgen.

Verwoed ben ik in de weer met de tuinslang. Ik ga de straat maar schoonspuiten, al die kleine stukjes glas de afvoerput in voordat ik in mijn vingers ga snijden met het oprapen. Slim slim slim.
Een uur later zet ik mijn tanden in het heerlijke verse knapperige brood.  Ik denk dat ik vandaag stiekem toch wel calorieën heb verbrand met mijn glazen accidentje. Brengen scherven geluk? De weegschaal zal het uitwijzen. Wordt vervolgt.

Cabrio 308 zwaar mishandeld

Afgelopen week ging ik voor de eerste keer met mijn geliefde cabriootje naar de autokeuring in Brasschaat (St. Job). Zo’n tien jaar gelden was ik daar ook al eens geweest met de auto van Gérard. Toen had ik me al als dom blondje gedragen omdat ik maar niet snapte wat de hard roepende medewerker bedoelde met “Phares, Phares!”

 

 

Het bleek dat ik mijn autolampen aan en uit moest zetten. Enfin, met deze herinneringen in mijn achterhoofd en de lange, lange wachtrij destijds, had ik dit keer een afspraak gemaakt om 16.00 uur in de middag.

De rij met wachtende auto’s naast mij ging net zo snel als mijn afspraken-rij.  Ik maakte me er niet druk om en keek naar mannen van de keuring die bedrijvig heen en weer liepen (het zag er vrij oneconomisch uit) maar met een gezicht…. De werkvreugde was ver te zoeken. Toen ik als eerste bij de streep aankwam had ik al mijn veiligheidsgordels al vastgemaakt en de benodigde papieren gereed. Ik had ook het dak maar dichtgedaan want het zou me niks verbazen dat ze hem zouden afkeuren omdat er geen dak op zat.
De vrij jonge bediende (zo noemen ze dat in België) kwam op mijn auto afgelopen en mompelde iets tegen me dat ik niet verstond, zo plat Antwerps. Ik vroeg beleefd “wat zegt u?”, en weer kon ik er niks van bakken. Dat ging nog een paar keer zo en ik had me al de rol van dom blondje aangemeten. “Sorry meneer ik begrijp niet wat u bedoeld, ik kom hier voor de eerste keer”, uiteindelijk ging het om een blauw papier van Peugeot dat bij mijn autopapieren zat.

Hij stapte in mijn wagentje knalde de deur dicht en gaf zo’n stoot gas dat ik dacht dat hij op ging stijgen. Hij spoot naar voren en trapte zo hard op de rem dat de kont van mijn cabrio de lucht in vloog en toen kwam hij met zijn wielen op één of ander Zumba apparaat waarbij de auto zo begon te schudden dat banden naast de velgen schoven. Ik kon het bijna niet meer aanzien. Mijn auto werd zwaar mishandeld. En zeker ten opzichte van alle zwarte auto’s die binnen stonden. Op een gegeven moment hoorde ik mijn keuringsmeester zwaar vloeken en tieren en met zijn handen op mijn stuur slaan. Ik weet niet of Witje iets verkeerds gedaan heeft tegen de keuringsmeester maar het heeft vast geholpen. Hij stapte uit en droeg de auto over aan iemand anders. Die ging er normaal mee om. 57,50 Euro armer was Witje dan toch goedgekeurd. Volgend jaar stuur ik Gérard want ik kan het niet aanzien dat mijn dierbare cabriootje zo mishandeld werd.

 

De maat is VOL deel 8 – Chad doet mee

Tien dagen ben ik nu bezig met WW-online. (Weight Watchers); de app op mijn telefoon gezet en vooral schrikken van de punten die sommige vaste eetgewoontes opleveren.

 

 

Het maakt me bewust. De lekkere verse Belgische pistolekes op zondagochtend met salades vreten de helft van de dagelijkse puntenaantal op en op zondag eten we meestal ook geen droge aardappel met droge kip.

Dus ben ik vrolijk aan de slag met het maken van andere lekker keuzes zoals een volkoren boterham met overheerlijke rosbief. En diepvries frambozen in plaats van mini-magnum. En gelukkig kan ik vrijdag nog steeds lekker verse frietjes bakken, als ik die dag mijn punten goed verdeel en de nodige beweging in acht neem. Onze Chad vaart er ook wel bij hoor. Hij was ook mollig geworden doordat het vrouwtje niet meer zo ver met hem ging wandelen. En om zijn dankbaarheid te tonen, is hij solidair: hij zit ook aan de rauwkost (lees gras). Blaren op mijn voeten (terwijl ik op gezondheidssandalen loop?? L maar met een vrolijk kwispelende hond en extra bonuspunten door het bewegen. Nee, WW is nog niet zo verkeer. Enne, Pannekoek:  bedankt voor het lenen van het receptenboek, maar nog meer voor je bemoedigende appjes. Ik ben blij met je.

O ja, ik vergeet helemaal te vermelden dat er ook 3 kilo af is. Yes.

De maat is VOL deel 7 – geen PretjePark

 

Onze vakantie begon dit jaar met een bezoekje aan Europapark. Het grootste en tofste pretpark van Europa. Met fenomenale achtbanen.

 

 

 

Het was voor mij de derde keer dat ik ging, mijn man en kinderen waren een keer met drieën geweest dus het was nogal een schok dat ik in de houten achtbaan mijn stoeltje moest verlaten omdat de beugel niet dicht ging. “Je was niet de enige hoor Elles”, zei mijn man liefdevol en enigszins troostend. “Maar misschien moet je toch een paar kilootjes afvallen.”

Bij de achtbaan der achtbanen, de befaamde Silver Star, kon ik al voor de wachtrij van een uur, uittesten of ik in het stoeltje paste. Gespannen keek mijn gezin toe, iedereen was blij toen de beugel dicht klikte. In mijn beste Duits zei ik tegen de man bij de ingang die met de meetlat gereed stond: “Der Stuhl passt.” Als hij mijn grijns kon meten was die zeker 5 cm.

Hij keek me vorsend aan: “Viermal?” Ik keek hem niet begrijpend aan. Had ons hele gezin moeten passen? Hij gebood me te volgen en in de pas stoel plaats te nemen. Hij klikte de beugel dicht. Drukte nog eens. “Es geht”, zei ik lachend… Tot hij verder drukte en hoofdschuddend de hendel weer los maakte. “Es must viermal sein, sorry.”  Scheiße. “Gaan jullie maar hoor”, zei ik dapper “ik vond hem toch al te eng.” Een uur zat ik op een bankje naar de opgewonden en gillende mensen te kijken.  “Durf je ook niet?” vroeg een dame naast me. “Nee, ik pas niet in het stoeltje”. Het bleef doodstil naast me.

Volhardend ging ik nog mee in de Blue Fire, samen in de wachtrij is toch gezelliger dan alleen op een bankje. Ik nam plaats en moest opnieuw uitstappen. Tot mijn grote verbazing moest Sven ook uitstappen, die is superslank. “Du wirst mitkommen” gebaarde een vriendelijke man en we mochten plaatsnemen in de achterste stoeltjes. Die waren breder. Ik genoot met volle teugen van de rit. We hebben deze achtbaan natuurlijk meerdere malen overgedaan.

Na twee dagen gingen Sven en Max terug naar huis, ze willen niet meer met ons mee op vakantie. Gérard en ik begonnen aan onze reis naar Italië.  Weekje strandvakantie, bezoekje Venetië, het was heerlijk. Daarna paar dagen Salzburg en via Monschau naar Spa Francorchamps. Daar werd ons gezin weer herenigd.

Onze tribuneplaats bevond zich bij Eau Rouge. Een forse wandeling van de parkeerplaats en een fikse klim. Aan het eind van de dag was de klim naar P2 zo erg dat ik het haast niet kon redden. Mijn man, die zo van mijn bourgondische rondingen houdt, zei nu toch vrij ernstig: “Schat je zult echt iets aan je conditie moeten gaan doen, dit is niet goed.” Thuisgekomen wogen we onze vakantiezonden. Het was bij mij slechts 1 kilo maar het voelde als tien. Vandaag heb ik me aangemeld bij de Weight Watchers. Pannekoek gaat me helpen, zij is er al 10 kg mee kwijtgeraakt omdat ze door het invullen va de app bewuster is gaan eten en keuzes maakt. Voor het eerst vulde ik mijn dagkaart in.  Ik dacht dat ik vandaag niet veel gegeten had maar zat toch al boven het toegestane aantal punten… Het punt is gezet.

 

Kluns der klunzen, meet the new Bridget Jones 2.0


Tjonge jonge jonge, Jansen door de bocht.
Weer lekker bezig. Eerst struikel ik deze week tijdens de Draai van de Kaai over een betonblok terwijl ik foto’s aan het nemen van een vol terras. Juist, ik struikel voor een overvol terras. Dat nadat ik eerder die avond te dicht bij het podium van de winnaars van de Fixed Gear Race stond en een gratis champagnedouche onderging. Nee, ik had er niks van binnen gekregen dus dat kon de reden van mijn stuntelige val niet zijn. Ik hield er een dikke knie aan over.

 

Vandaag was het de overtreffende trap. We zouden buiten eten, achter in de tuin in de lounge. Dus ik had de borden al opgeschept in de keuken en bediende mijn manvolk als een volleerde serveerster. Omdat ik nog wat vis en aardappelpuree in oven had staan, haalde ik de schalen voor de liefhebbers voor een tweede ronde. Met een volle schep aardappelpuree uit de warme ovenschaal wilde ik Sven zijn bord bereiken maar er viel puree van de lepel. In een eerste reflex hield ik mijn linkerhand eronder.  Ik verbrandde direct mijn handpalm met de 200 graden warme aardappelprut, bracht in een tweede lompe reflex die hand naar mijn mond om vervolgens mijn tong te verbranden, zwikte mijn enkel en draaiend viel ik om met mijn gat…. Jawel midden in de schaal met puree die net uit de oven kwam nog halfvol zat! Wie zijn gat verbrand…. Juist ja. Die moet op de blaren zitten. Au.

In combinatie met mijn vorige blog van deze avond ben ik toch wel de nieuwe Renée Zwellger? Bridget Jones annex Elles Jansen? De achternaam is al goed. Jones 2.0
Zal ik ook een dagboek bij gaan houden. Over onderbroeken waar je in kan kamperen en wat zullen we nog meer verzinnen Annemiek van Engelen?

De maat is vol deel 6 – Getverderrie

Terwijl ik de titel van deze blog typ,  geeft een rode lijn van de spellingscontrole aan dat de schrijfwijze niet klopt.
En hoewel ik eigenlijk wel weet dat die spellingscontrole niet deugt, klik ik met mijn rechtermuisknop op het woord voor een correctievoorstel: ik lach me rot want wat verschijnt er? Vetvertering. Opstandig laat ik het staan.

 

 

Vetvertering krijgt van mij ook een dikke rode streep. Bestaat in mijn controlecheck ook niet.
Nog steeds geeft de weegschaal een schommeling tussen 118 – 120 kg aan. (Afhankelijk van het legen van mijn darmen die daar niet elke dag zin in schijnen te hebben.)

Getverderrie ja, ik baal. Ben boos om mezelf en op de diëtiste omdat ze al die weken dat ik thuis zat na mijn operatie, niet eenmaal heeft gebeld of gemaild om te vragen hoe het met de weegschaal ging. Ik ben boos op de schappen in de winkels en op mijn broek die te strak zit. Waarom lukt het me niet. Waarom ben ik geen doorzetter, waarom??in

Gisteren had ik met een met een oud-collega in de stad afgesproken, iets wat ik veel te weinig doe. We namen er dus iets lekkers bij, (ik hoor jullie denken, tja doe dat dan niet). Maar ik had er zin in, en vond het ook niet gezellig voor haar omdat ze dan in haar eentje van haar lievelingsgebakje waarschijnlijk niet zo kon genieten. Lulkoek. Ik nam koffie zonder suiker wat ik drie maanden geleden nog wel deed (stap 1). En ik luchtte mijn hart.

“Ik snap het best hoor, mijn Henk wordt al dik als hij naar eten kijkt en waarschijnlijk is het bij jou ook zo. Wij eten hetzelfde op vakantie, ik kom dan 1 kilo aan en hij gelijk 5.” zei ze troostend.   Ja, dacht ik. Ik eet ook hetzelfde als Gérard en hij is ook stukken slanker. Wat is het toch allemaal oneerlijk. Al vergeet ik natuurlijk te vermelden dat ik een hele dag op mijn kont zit en Gérard kilometers afleg achter zijn toonbank. We verkasten naar een pub op de oude markt om een tosti te eten. Ik nam in de plaats een verse jus. Volgens de diëtiste ook geen aanrader maar het vulde en leek me beter dan een vette tosti.

Thuisgekomen kijk ik op mijn gezondheidsapp. Toch zeven kilometer gelopen vandaag en met zware kratje gesjouwd, boodschappen opgeruimd in hoge keukenkastjes.  Fitnessdoel gehaald. Ik plof op de bank en kijk naar het bidprentje van Greet.

Getverderrie, wat loop ik nou te klagen, zeg ik tegen haar. Shame on me. Kop op lijken haar ogen te zeggen. Ik hoor haar stem die zou zeggen: Geniet van het leven voor de volle honderd procent, maar met de helft op je bordje. Wat mis ik je lieverd.

augustus 2017

De MAAT is VOL – deel 4 – Afvalrace op krukken

De derde afspraak met mijn nieuwe levensstijl-coach Lieve, was twee dagen voordat ik een operatie zou ondergaan (op 4 mei in St. Niklaas- wie zoet is krijgt niks lekkers-).
We zouden op dat moment de nul-meting doen en dan was het aan mij om tijdens de vijf weken strafbank niet aan te komen en betere nog, een paar kilo lichter te worden. Van spierverlies ja!, kom op Elles niet zo zwartgallig.

 

 

Ik ben niet gegaan, vond het zonde van mijn geld want ik zag op mijn eigen weegschaal dat ik gelukkig terug onder de magische 120 was gezakt naar 119. Als ik straks uit het gips ben en op diezelfde weegschaal ga staan heb ik hetzelfde effect qua nulmeting. Als er niks af is zal ik de diëtiste dubbel boeken om te kijken wat er fout ging. Ik beloof het mezelf.

Op dit moment maak ik van de zonde een deugd en zit met mij geopereerde pootje in de zon. Pijn binnen op de bank is erger dan pijn in de tuin waar de vogels vrolijk fluiten, de wind mijn huid streelt en de zon het overtollige vet laat smelten als een magnum op het strand…. Haha keep on dreaming. Vanuit de tuinstoel is het ver hinken op 1 been naar de keukenkastjes of koelkast. Verder dan vanaf de bank. Ik heb onze oudste om boodschappen gestuurd met een lijstje vol gezond fruit en “koekjes voor jou zelf en Max, Sven”. Lieve buurvrouwen, die weten van mijn strijd met de kilo’s komen mijn ontbijt maken. En ze zijn genadig streng. Dus ik voel vandaag al dat er wat af is, of zou dat door mijn niet knellende onderjurk komen waarmee ik in de zon zit? Enfin, we zullen het over vijf weken wel weten zeker?

Loom leun ik achterover in mijn relax-tuinstoel, benen omhoog, in de zon met de nieuwe Linda. O my god, hebben jullie die al gezien? Op de cover een gefotoshopt hoofd van botox-Linda met eronder een geleend lijf van een obesitasdame.  Linda is aan de lijn, blijkt op pagina 2. Ik krijg wat van vrouwen die boven de 30 zijn, kinderen hebben gekregen en liggen te zeiken over enkele kilo’s teveel alsof ze obesitas hebben. Ze hebben geen idee wat dit echt inhoudt. Ik ook niet, hoewel ik nu tot de ontdekking ben gekomen dat ik met mijn BMI ook tot die categorie hoor. Ik herken me niet in onweerstaanbare (vr)eetbuien. Gelukkig maar want het lijkt me vreselijk om een verslaving te hebben, wat voor een dan ook.

Ik blader wat verder in de Linda en dit keer kan het blad me echt niet bekoren. Ik ga gewoon weer lekker schrijven en ondertussen mag iedereen op bezoek komen zonder bonbons, zonder gebak of Belgische koffiekoeken. En je moet het me vergeven dat je zelf dan ook moet afzien… er ligt nog strijk, de hond wil uit, de ramen zijn al lang niet gezeemd (o ja, dat had ik natuurlijk zelf kunnen doen voordat ik onder het mes ging). Het grootste voordeel van dit alles is dat ik niks kan, behalve schrijven. En laat dat nu helemaal niet erg zijn 🙂

6 mei 2017© Elles Jansen

 

De maat is VOL – deel 3 – All Inclusive

 

Na de opdracht van mijn voedselcoach Lieve om tijdens de all-inclusive vakantie geen grammetje aan te komen, ging ik wat vakantiekleding inslaan. Vorig jaar had ik namelijk bijna niks gekocht omdat ik dacht “stel dat ik afval, dan is alles te groot.”

 

 

Natuurlijk was er sinds vorig jaar zomer geen enkel kledingstuk te groot, erger nog mijn twee korte broeken konden amper dicht. En mijn badpak lubberde, omdat het over de datum was na tien jaar.

Samen met manlief ging ik op pad om een nieuwe tankini te kopen. Je weet wel, zo’n tweedelig badpak met een bovenstukje tot op je bikinibroek omdat een sexy bikini al jaren uit den boze is. De rekken met badkleding gingen van overvol (maatje 38) naar een stuk of 6 hangertjes bij maat 50/54.

Waarom zijn grote maten altijd oma-prints? Alsof je te dikke lijf dus ‘verbloemd’ moet worden. En dan het liefst in opzichtige, felle bloemen die zelfs in geen enkele subtropische tuin te vinden zijn. Mismoedig koos ik de minst erge uit het schaarse aanbod, een exemplaar waar alles goed in paste, want niks is zo erg als na een duik in het water, opeens twee bovendrijvende meloenen tegen te komen. Mijn liefste piepte met goedkeurende blik het pashokje binnen waarbij hij een complimentje maakte. Geloof me, in een jute zak vindt hij me nog sexy! Gelukkig maar. Ik was klaar voor vertrek.

Onze bestemming was een all-inclusive resort, gelegen aan een prachtig koraalrif. Snorkelend in mijn nieuwe paars-blauwe-aqua tankini viel ik niet eens zo op tussen de tropische vissen en het kleurige koraal. Ik voelde ik me een als een vis in het water… Tot ik terug bij ons ligbedje kwam.

“Hoi schat, ik heb een proefduik voor jou en Max geregeld”, zei mijn man met een exotisch uitziende, goed geproportioneerde duikinstructeur naast hem. “Leuk “, antwoordde ik enthousiast, terwijl de radars in mijn hoofd op tilt sloegen. Help, pas ik wel in zo’n wetsuite en duikvest? “Do you have my size for the equipment, because I’m a bit of a whale?”, vroeg ik gekscherend maar toch met enige ongerustheid.
Met een kikvorstende blik gleden de bruine ogen van Aladin (echt ik verzin dit niet) over mijn volslanke lijf. “Yes, in our other dive-school, there we have many German divers”, zei hij. Welja, het moest niet gekker worden. Nu werd ik ook al met een dikke Mof vergeleken.

Om 15.00 uur meldden we ons bij de duikschool. De man die onze equipment moest aanleveren begon met de maat van de flippers. Met schoenmaat 41 mag ik niet klagen. Het snorkelmasker volgde en toen kwam het debat met de duikinstructeur over het gewicht aan lood dat in het duikvest moest worden gestopt, vier blokjes in elke zak. En eindelijk, als laatste volgde mijn wet suite. Enigszins opgelucht zag ik dat het korte mouwen en pijpen had. Dat zou een hoop gewurm schelen. Ik dook het pashokje in en gleed moeiteloos in het pak. Het zat echt als gegoten. Ik had min of meer het Hema-tent effect verwacht. Voor intimi is deze term al ingeburgerd, maar ik zal het even aan de nieuwe lezers uitleggen: Mijn ‘Hema-tent’ is een corrigerende onderbroek die ik onder een jurk draag en waar ik zeker vijf minuten voor nodig hem om me in te wurgen. Het trekt alle vrouwelijke rollen samen tot een geheel. Want ook al heb je een maatje meer, dat betekent niet dat je in te strakke kleren met zichtbare vetrollen moet rondlopen. Enfin, dat even tussendoor.

Er was geen spiegel in het pashokje maar de goedkeurende blik van onze jongste zoon, zei wat ik wilde weten en zijn woorden maakten het compleet “Mam, het staat je goed. Het kleedt beter af dan je badpakgeval”. Ik had deze bevestiging nodig want de eerste proefduik was in het zwembad van het hotel, vlak bij de poolbar rond tea-time! En plein publiek gingen wij in vol ornaat te water.

Dit was voor mij natuurlijk direct een extra stimulans om tijdens de hele vakantie matig te zijn met het toetjes buffet. Met als eindresultaat dat ik bij thuiskomst niets was aangekomen. En vier dagen later op zaterdag 15 april, de mooie opsteker in mijn zak kan steken dat ik een hele kilo onder de grens van 120 ben gedoken.

En toen kwam Sven ’s avonds thuis, met twee grote paashazen van chocolade…..

Wordt vervolgt….

De maat is VOL – deel 2 – Minderen

Het is alweer een maand geleden dat ik hier met de billen bloot ging. Figuurlijk dan natuurlijk. Want het draait uiteraard om mijn figuur. Het gaat niet om mijn billen, die gaan er nog mee door, vind ik zelf.

 

 

Ik zie ze nooit als ik in de spiegel kijk, dat scheelt. Nee even serieus nu. Mijn gewicht dus, iets boven de toegestane snelheid op de wegen rond de randstad. Of mag je daar 100 in plaats van 120? Anyway.

In mijn vorige blog schreef ik over mijn eerste bezoek aan de diëtiste. Dat was op 15 maart 2017. Vol goede moed stapte ik buiten. Ik had geen streng dieet meegekregen maar ze had een boekje opengedaan over mijn eetgewoonten. In dat boekje stonden plaatjes over de grote van de porties die je van iets eet. Bovenste rij was voor de anorexia gevallen, de middelste rij was normaal. De onderste rij… nou, bij puree draaide ik nog even de bladzijde om… daar stonden de groenten. Beschaamd wees ik het laatste vakje aan in de onderste rij. Ook bij biefstuk zat ik in de onderste rij. Het was overduidelijk. “Elles, je moet de porties halveren.”

Twee weken later kreeg ik uitleg over vetten en suikers en kreeg ik een eet-advies en een richtlijn voor aantal calorieën. Dat viel voor mijn lengte en gewicht voorlopig best mee. Langzaam zou mijn lichaam gaan wennen aan kleinere porties en gezondere tussendoortjes. Ik mocht best éénmaal per week een smoske van de broodjeszaak uit Essen. Maar dan geen half stokbrood, maar een pistoleke. Het beleg was gelukkig goed: gegrilde kip met augurk en een heel klein beetje cocktailsaus. Dat kon zo blijven. Ik nam geen uitgeperste sinaasappelsap meer mee (1 glas is drie of vier porties fruit!) maar twee bakjes gesneden mango en ananas. Aangezien ik een fruitallergie is mijn keuze is zeer beperkt. Verder had ik als lunch een salade met tonijn of wat koude rijst met boontjes en kip. De eerste week had ik barstende koppijn: ontwenningsverschijnselen van de suikerverslaving.

Echter, toen kwam onze vakantie eraan. All-inclusieve in een zonnig land, aan het strand. Niet verkeerd. Maar als je van lekker eten houdt, is het alsof je de kat op het spek gaat binden. “Probeer gewoon te genieten, niet aan lijnen te denken. Het zou mooi zijn als je hetzelfde weegt als nu en probeert om niet aan te komen”, zei lieve Lieve. (zo heet ze hé, mijn voedselcoach). We noteerden op 28 maart samen de teller van de weegschaal, zij in haar computer; ik in mijn hoofd: one hundred and twenty-two (gelukkig speelden we geen Dart).