Blog

Ode aan Valentijn

valentijn

Vandaag ging ik weer naar mijn geliefde stad Den Haag voor een les aan de schrijfacademie. De module die op het lesrooster staat is Dialogen en Personages. Aangezien het Valentijnsdag is, verwacht ik min of meer wel een opdracht om een liefdesbrief te schrijven of anders op zijn minst, een dialoog tussen twee geliefden. Maar niets was minder waar.

 

Onze docente deelde foto’s uit van personen die zich in een conflictsituatie bevonden. De opdracht was om met een medecursist samen te kijken wat de relatie van de twee afgebeelde personen was, en te bedenken waar de ruzie over ging. Daarna moesten we kiezen welke persoon we wilden zijn en gingen we ons via freewriting inleven in deze persoon.

Vervolgens schreef je weer samen met je medecursist een dialoog tussen deze twee fotofiguren vanuit je inlevingsoefening. Ik was zo slim om het conflict te starten door als eerste de openingszin op te schrijven. Het was zo leuk om iets te schrijven en te kijken wat de ander terug ging schrijven. Na deze opdracht mochten we het voordragen. Nou, ik kan jullie verzekeren dat het een enerverende les was. De gemoederen liepen hoog op, menig aankomend auteur bleek ook een zeer inlevend toneeltalent.

Toch blijft de liefdesverklaring aan mijn knagen en daarom hier nog een hersenspinsel

Ode aan Valentijn 

Vandaag is het Valentijn
en breng ik een ode aan de natuur
aan de vogels in de lucht
aan de nabestaanden van de MH17 vlucht

Ach  mijn liefste Valentijn
Dag van de Liefde maar ook van pijn
verdriet om wie er niet meer is
van mensen die eenzaam zijn

Laat ons daarom vandaag de liefde vieren
met een simpel gebaar
Gewoon wat aandacht voor elkaar

want dat is Valentijn
in mijn gedacht

Of had u stiekem toch een cadeau verwacht

Gooische Vrouwen; Brabantse Wijven…

filmSinds de komst van Netflix, de Videoland App, Prime TV en wat er nog op de markt is, ga ik bijna nooit meer naar de bioscoop. Jammer eigenlijk want de bekoring van het grote scherm; de verwachting in de volle zaal en de zoete geur van popcorn droegen toch allemaal bij aan een paar onvergetelijke uren. Een enkele keer ga ik nog naar de bios, met mijn kinderen, die de leeftijd van de tekenfilms inmiddels (gelukkig) ontgroeid zijn of met mijn zus of een vriendin. Als er een film komt die erom vraagt om op het grote witte doek te bekijken. Vanwege het effect, de impact of omdat de film hilarisch is.

 

 

Gooise Vrouwen dus, omdat er in de krant al zoveel over geschreven was en omdat mijn moeder van 81 deze film zo graag wilde zien. Meestal ga ik in Antwerpen naar de film maar om haar eerst in Halsteren te gaan halen en dan via Bergen op Zoom naar Antwerpen te rijden en dan weer terug vond ik wat overdreven, dus reserveerde ik voor twee personen op donderdagavond in de Bergse Bioscoop.
Het was vrouwenavond, niet alleen vanwege Gooise Vrouwen maar er was iets anders te doen waardoor genodigden met glaasjes Cava in de gang liepen te kakelen. Hierdoor was de grote zaal helaas uitgeleend en was Gooise Vrouwen verplaatst naar zaal 4. Type huiskamer en de voorste rij zit net zo dicht op het scherm als ik thuis voor de TV zit, al is mijn beeldscherm tienmaal zo klein.
Tot onze grote verbazing bleek er alleen nog plaats vrij te zijn op de eerste twee rijen. Het was nog twintig minuten voor acht. De achterste zes rijen waren op een enkele stoel na, leeg maar wel bezet. Op iedere stoel lag namelijk een jas. De overige 14 rijen zaten helemaal vol tot de eerste rij. Mijn moeder liep naar de derde rij van achter en gooide twee jassen opzij. Ik zei: ‘Ma, dat kan je niet maken, die stoelen zijn bezet.’
‘Bezet? Ik zie er niemand op zitten. Dit zijn geen bezette plaatsen van degene die nog even naar het toilet moest.’ Ze heeft natuurlijk gelijk maar ik vond het onfatsoenlijk. Maar nog onfatsoenlijker vond ik het gedrag van al die mensen die daar gewoon een jas hadden neergelegd en in de foyer stonden te drinken. Ik besloot de eigenaar van de bioscoop aan te spreken, ik kende hem nog van de jaren dat ik maandelijks naar voorstellingen van het filmhuis ging kijken. Hij liep met me mee en beaamde dat het zeer ongepast was.
‘Dat komt alleen in Bergen voor mevrouw, zei hij. ‘In mijn bioscoop in Roosendaal en Etten-Leur doen de mensen dat niet. Het is handdoeken-gedrag zoals op resorts,’ zei hij verontschuldigend lachend. En hij draaide zich om.
‘Dit kan toch niet? Laat u dat zomaar toe?’
‘Ik heb helaas niet de middelen mevrouw om bij iedere zaal een bewaker te zetten.’
‘Hier zijn nog twee plaatsjes vrij,’ hoorde ik iemand zeggen. Helemaal tegen de muur maar in ieder geval nog ver genoeg achterin. ‘Dapper van u dat u dit ging melden,’ zei een mevrouw. ‘Wij storen ons hier mateloos aan. De nieuwe bioscoop krijgt gelukkig genummerde stoelen.’
Niet lang daar klonk de gong als teken dat de film ging starten. Een horde druk pratende vrouwen kwam de zaal binnen, mijn moeder keek nog eens vernietigend om. Het licht ging uit.
Er ruste een vloek op de avond, de film was waardeloos. Pas na de pauze heb ik enkele keren moeten lachen. Met weemoed verlangde ik naar Willemijn en de eerste afleveringen van seizoen 1 en 2. Ik ben blij dat er geen open einde was en dat Gooise Vrouwen 3 er nooit zal komen.

 

 

 

Diagnose: ADR

huisvrouwen 1

Tijdens een verjaardagsfeestje zat ik naast een Claire-type uit Gooise Vrouwen. Haar blonde haren keurig in een wrong, bescheiden maar perfect aangebrachte make-up. Haar zoet-frisse parfum was luchtig. Ze droeg een hip en elegant, vrouwelijk jurkje.  Ik denk maatje 38-40. Naast haar was ik  Willemijn, maar dan niet vanwege mijn huishoudelijke talenten!

 

We raakten aan de praat. Ze kwam op mij over als een aardige moeder (van drie pubers), toegewijde echtgenote en huisvrouw.   Maar achter deze schijnbare perfectie kwam gaandeweg haar probleem boven tafel. Ze kon niet opruimen. Haar huis was altijd rommelig. Net als bij ons thuis wordt bij ‘Claire’ elk horizontaal meubelstuk gebruikt om dingen op te leggen, die er niet horen: opgevouwen wasgoed dat nog in de kast moet, papieren, rekeningen en allerlei rondslingerende rommel. Jassen over de stoelen, overal schoenen op de vloer. De schaamte als er opeens onverwacht bezoek komt.

Tussen deze wanorde hebben we echter ook bijna dwangmatige trekjes: de glazen en kopjes moeten wel keurig in gelid in de kast en het bestek ligt tegen elkaar strak in de besteklade! De handdoeken op nette stapeltjes in de kast.
En dat terwijl ik op mijn werk heel secuur ben en ordelijk kan werken. Daar wel. Haar conclusie was dat werken buiten de deur leuk is en volgens een structuur verloopt. Huishouden is gehouden aan zelfdiscipline en als je niet werkt kan veel wachten tot morgen en overmorgen. Het grappige is dat we allebei een moeder hebben die slaaf is van haar eigen huis, dat we allebei op vrijdag onze kamer moesten poetsen en inspectie kregen van moeder die met een vinger over de randjes ging. Een moeder die alles keurig opruimde en het menu voor de hele week had uitgestippeld.

Opgelucht ging ik die avond naar huis.  Ja ze bestond, mijn evenbeeld. Eindelijk was ik niet meer alleen met deze symptomen. Er was een naam voor ons syndroom. ADR. Alle Dagen Rommel. De diagnose was gesteld en er is geen medicijn voor. De enige remedie is een echtgenoot met veel geduld en begrip. Liefde dus.

 

The place to be

 

knokkeHet is maandag, en ik ben in mijn geliefde Knokke. Ooit hadden wij hier een appartement, voordat de crisis toesloeg. Vele weekenden heb ik hier doorgebracht met mijn gezin. Wandelend over de boulevard gedurende alle jaargetijden, zware stormen trotserend, terwijl het zand hoog opgewaaide en vlokken zeeschuim ons rond de oren vlogen. Of fietsend in de verwarmende lentezon, langs het Zwin, over het mooi aangelegde fietspad naar Cadszand en weer terug. En heerlijk liggen bakken op een gestreept strandbedje verscholen achter een windscherm tijdens de zomermaanden. Verlekkerd kijken naar de prachtige etalages met prijzen die voor ons niet waren weggelegd maar dat deerde niks. Genietend van een heerlijk ijsje van Glacier de la Poste, met warme chocoladesaus van echte Belgische chocolade.  Ja, Knokke is voor mij ‘the place to be.’

Vandaag heb ik mijn oudste zoon weer afgezet bij het internaat in Knokke waar hij al zo’n vijf jaar wekelijks van maandag tot vrijdag verblijft en zijn middelbare school volgt. Om half twee vanmiddag heb ik een gesprek op deze school. Ik ben hier dus al van kwart over acht en moet me bezig zien te houden. Het is koud en zo vroeg op de ochtend trekt een strandwandeling me (nog) niet. Ik ga naar de bibliotheek c.q. het Cultureel Centrum Scharpoord. Volgens zoonlief kan ik daar vanaf half negen in de studiezaal terecht met mijn laptopje en heb ik de hele ochtend om te schrijven. En wat is meer inspirerend dan schrijven terwijl je omgeven wordt door duizenden boeken?

De bibliotheek is nog gesloten, gelukkig zijn de toiletten wel open en ik treuzel wat met een spelletje Candy Cruz (ik vervloek degenen die me ooit uitgenodigd heeft hieraan deel te gaan nemen…) en om klokslag negen uur loop ik de trap op naar de studiezaal. Ik neem plaats tegenover twee jeugdige studenten  met hun Apple en installeer mijn laptop en meegebrachte studieboeken van de schrijfacademie. Dan hoor ik een stem achter me: ‘Excuseer mevrouw, de studiezaal is alleen voor studenten.’ Ik draai me om en zeg met een glimlach op mijn beste Vlaams:  ‘ik wil juist aan mijn huiswerk beginnen.’
‘Nee sorry mevrouw, het is voor jonge studenten, volwassenen mogen ’s middags komen.’ Ze kijkt onverbiddelijk.
Teleurgesteld pak ik alles weer in en stap in mijn auto. Ik rijd naar mijn favoriete koffietentje maar dat is gesloten. Langzaam schuim ik de Lippenslaan af op zoek naar een tentje dat open is en waar ik de komende uren durf door te brengen op één of twee Latte Macchiato’s. De crisis is tenslotte nog niet voorbij.

Knokke slaapt nog. Januari is een stille maand. Gelukkig zie ik licht branden in Brazila. Een koffiebranderij annex coffeeshop.  Nee, geen zakjes met wit poeder, maar balen verse koffiebonen en heerlijk geurende verse theeblaadjes.

Ik neem plaats aan een tafeltje, prachtige zwoele gitaarakkoorden vullen de ruimte en nog voor ik mijn koffie bestel heb ik al aan de uitbater gevraagd welke CD hij op heeft staan.  ‘Dat is “Quatros Ventos – Flôr do Mar”, mevrouw.’
‘Wat een prachtige muziek meneer. De laatste keer dat ik hier was vond ik de muziek ook al zo mooi, toen had u “Mariza” opstaan’. Hij lacht en knipoogt als bezegeling tussen mensen die mooie muziek waarderen. En zoals het een goed gastheer betaamd, klinkt een uur later de heerlijke fadomuziek van “Transparente van Mariza” door de boxen.

Meer heb ik vandaag niet nodig, schrijven zal me hier ook zeker lukken. Ik kijk al uit naar de volgende rapportbespreking op school.

 

Engelenhaar

engelenhaar

November is voor mij altijd een speciale maand. Op 24 november is mijn vader jarig en dat werd altijd gezellig gevierd.  Maar ook viel zijn verjaardag samen met de komst van de Sint. Vol verwachting klopt ons hart.

 

 

 

Mijn vader was vertegenwoordiger maar had een bijbaan als etaleur. Daar lag zijn passie en kon hij zijn creativiteit kwijt. In november voelde je de spanning stijgen, al die winkels die een sinterklaasetalage wilden. En daarna had mijn vader maar heel weinig tijd om de pakjes etalages te verwisselen voor sfeervolle kerstetalages, kwistig met Engelenhaar rond de lichtjes.
Deze spanning is hem toch een keer teveel geworden, tijdens het snoeien in de tuin kreeg hij het benauwd en had pijn op de borst. Hij was niet zo flauw, kwam binnen en vroeg me een borrel in te schenken. Later bleek dat hij een flink aantal vernauwingen had en hij een hartaanval had meegemaakt. Hij moest geopereerd worden. Daarna kroop hij net zo gepassioneerd als altijd de etalages weer in.
Zoals de trouwe lezers al weten, is mijn vader twintig jaar geleden gestorven, hij is tijdens een tweede hartoperatie niet meer teruggekomen.
In november is mijn vader heel dichtbij, en ga ik graag in allerlei steden naar etalages kijken.
Dit jaar voelde ik wat druk op mijn borst. En omdat ik familiair belast ben, besloot ik toch maar eens langs de dokter te gaan. Op mijn vaders verjaardag (24 november) moest ik naar de cardioloog. Dat gaf alles toch wel een beladen tintje. Een week later onderging ik een hartkatherisatie. Gelukkig geen vernauwingen, mijn vader heeft het vast op een akkoordje gegooid daarboven. Hij was altijd al goed in onderhandelen. De opdracht is vrij duidelijk.
Mijn aderen zijn ongewoon dun en kronkelig. ‘Oh’, zei mijn zus: ‘je hebt dus engelenhaaraderen’. Ja, een engelenhaarhart met mijn vader als beschermengel daarboven.
Wederom op 24 november, volgend jaar moet ik op controle, dan zal blijken of ik me aan mijn opdracht heb gehouden. Ik zal zorgen dat mijn vader trots kan zijn.

Back to school

type

In gedachten ga ik terug naar de eerste keer dat ik leerde schrijven, en dan bedoel ik dus als kind. Nu leer ik opnieuw schrijven als leerling aan de schrijfacademie. Na een online schrijfcursus bij Schrijfatelier Alicia (beginners en gevorderden) en enkele schrijfwedstrijden (met goed gevolg) verder, vind ik het tijd om professioneel goed te leren schrijven.

 

Het lespakket wordt thuisbezorgd, het is een hele doos. Een stapel boeken (red: leerboeken) en een viertal modules die onderdeel vormen van mijn gekozen onderdeel “Thriller schrijven”. Laten we het maar gelijk spannend aanpakken.

Op mijn vrije zaterdag zet ik de wekker vroeg om op tijd aan mijn moederlijke verplichtingen te doen en vertrek dan op het gemakje naar Den Haag. Toepasselijker kan haast niet: de les wordt gegeven in de Openbare Bibliotheek aan het Spui. Een half uur voor aanvang wil ik de draaideur inlopen om nog even naar het toilet te gaan en de Culturele Ruimte te zoeken. Ik sta letterlijk voor een gesloten deur. Er staat slechts één man te wachten. “De bib gaat pas om 10.00 uur open” zegt hij. Ik begin een praatje met deze vriendelijke Surinaamse man en het half uur vliegt voorbij. Intussen hebben zich allerlei mensen verzameld, een zeer gevarieerd publiek, zoals in een grote culturele stad als Den Haag verwacht mag worden. Steels kijk ik om me heen en probeer te ontdekken wie mijn mede-studenten kunnen zijn. Eigenlijk geen eentje, met uitzondering van een beetje griezelig figuur die ik wel een moord zie plegen. En niet alleen op papier. Op het gemakje komt achter het glas een beveiligingsbeamte in beeld die de draaideur ontsluit en teveel ongeduldige mensen proppen zich in een derde vakje waardoor de deur natuurlijk vastloopt. Ruim vijf minuten later meld ik me aan de balie op de derde verdieping. Er zijn voldoende boeken om de hele stad aan het lezen te krijgen. Er zijn nog steeds geen mede studenten te zien en het wordt toch akelig spannend. Voor de zoveelste keer check ik de uitnodigingsmail op mijn Iphone. Het staat er toch echt: 13 september 10.00 uur, Bibliotheek, Spui 68 in Den Haag. Gelukkig meldt zich een man met schoudertas. Hij komt ook voor de schrijfacademie. Pff. Dus toch. Even later is ons groepje compleet en is de docent ook gearriveerd, met kannen koffie.

Maar goed, ik dwaal af. In gedachten ga ik terug naar mijn eerste schrijfles.

De verbeten trek rond de smalle lippen van juffrouw Karin sprak boekdelen als ze de greep van mijn pen probeerde te verbeteren. “Nee, nee, nee. Je doet het alweer fout”, siste ze in mijn oor terwijl ze mijn vingers haast fijnkneep. Maar zodra ze losliet,  krulden mijn vingers zich terug in hun veilige samengeknepen vuistje. De pen, rustend op mijn gebogen middelvinger werd gestuurd door het topje van mijn wijsvinger. Mijn duim er stevig omheen geklemd.  Met de tong tussen mijn lippen schreef ik zo goed en kwaad als het kon “Elsje Jansen” op de lichtblauwe lijntjes.

 

U raadt het zeker al, dit was de vooropdracht van les 1 

 

 

 

De geur van Philip Morris en mijn pa

philipmorrisPhilip Morris Bergen op Zoom gaat sluiten. Een groot drama voor de circa 1200 medewerkers die per 1 september hun baan gaan verliezen en waarvan sommigen net niet meer hun pensioen gaan halen.

Persoonlijk is mijn link met Philip Morris een heel andere.

 

Eerst was het een grote concurrent. Mijn vader was immers sigarettenvertegenwoordiger bij de Koninklijke Niemeijer in Groningen; u weet wel van de Samson Shag, Javaanse Jongens en Roxy. Mijn vader was natuurlijk zwaar tegen Marlboro, maar rookte intussen zelf stiekem van de concurrent en stopte zijn Benson and Hedges sigaretten in een leeg doosje van Roxy. Roxy was ooit het merk van Johan Cruijff: “Rook verstandig, Roxy Dual”, was zijn reclameslogan. Als er weer een nieuw reclamefilmpje uitkwam van de sigaretten of Samson Shag mochten we altijd gratis naar de bioscoop. Of naar Pinkpop!

Als klein meisje mocht ik in de schoolvakanties altijd met mijn vader mee als hij winkels ging bezoeken.  Hij stuurde me als spion vooruit om bij de kassa  van de winkel te gaan kijken of er wel een meter Roxy sigaretten in het schap stond, want dat was de actie en daar kreeg de winkelier extra bonus voor. Of  ik moest bij kleine sigarenzaakjes binnen lopen, pakje kauwgom kopen en intussen controleren of de toonbankactie ook daadwerkelijk op de toonbank stond.

Het rayon van mijn vader bestond uit Zeeland en West-Brabant en we waren dus een hele dag onderweg om zo’n twintig klanten te bezoeken. Onderweg gezellig ergens lunchen: twee bruine boterhammen met kroketten en een kopje tomatensoep. Het Lotus koekje bij de koffie gaf mijn vader aan mij. Ik koop ze nog steeds…
Ook gingen wel altijd met zijn tweeën helemaal naar het hoofdkantoor in Groningen om zijn auto om te ruilen voor een nieuwere Ford. De laatste was heel chique, een goudkleurige Taunus (geen stationcar maar heuse sedan) en had geen reclameborden meer langs de zijruiten van de kofferbak. We verzonnen altijd een grappige zin met het nieuwe nummerbord om het beter te kunnen onthouden. Zo kreeg mijn moeder een nieuwe BH in ’92 met cub C (BH-92-CD)

Thuis hielp ik mijn vader in zijn garage met dozen vouwen of dozen klaarmaken met verschillende sloffen sigaretten, shag en pijptabak. Die heerlijke geur van tabak, zo anders dan de smerige sigarettenrook!
En die geur, die geur hangt vandaag nog altijd in de lucht als ik langs Philip Morris rijd. Ik draai mijn raampjes open, snuif diep, heel diep dit vertrouwde aroma in en voel me heel dicht bij mijn vader die ik al twintig jaar moet missen.
Afgelopen week toerde  ik in mijn auto met open dakje weer voorbij de fabriek van Philip Morris. Heimwee sloeg toe en dikke tranen rolden over mijn wangen. Mijn jongste zoon legde troostend zijn hand op mijn been: ‘dat vind je vast wel erg hè, mama? Dat Philip Morris weg gaat en je nooit, nooit meer die geur van je vader kan ruiken. En eigenlijk ruikt die zoete weeïge lucht best wel lekker. Kon ik het maar voor je in een flesje vangen.’ De lieverd.
Dus nu het nog kan, rijd ik er zo vaak mogelijk langs. Bergen op Zoom is het zelfde niet meer als Philip Morris dit najaar voorgoed haar deuren zal sluiten en de rook om mijn hoofd voor altijd is verdwenen.

Matje voorlopig in de kast (vervolg op Hangmatje en Komt een dokter bij de vrouw)

matjeNaarmate de operatiedatum dichterbij begint te komen, hoe onrustiger ik word. Dat is niet gek zult u denken. Wie zou er nu niet zenuwachtig zijn voor een ingreep, ook al duurt die maar een half uurtje en kan het zonder grote ritssluiting.

Een klein stemmetje in me, gaat steeds harder schreeuwen. Doe je er wel goed aan? Je kan niet meer terug. Wat als….

 

Ergens diep verborgen komt er opeens een flits tevoorschijn van een uitzending van de Tros; Radar. Met een scheef oog en één oor had ik, terwijl ik met iets anders bezig was, ruim een jaar geleden woorden opgevangen van matjes bij vrouwen met verzakkingen en incontinentieproblemen.
Ik ben er geen voorstander van, om bij vermeende kwaaltjes mijn PC in te duiken en internet af te surfen. Je komt hier de meest onmogelijke doemscenario’s tegen of verhalen van lotgenoten die weinig bemoedigend zijn. Zeg maar ronduit ontmoedigend! Je kan me beschuldigen van struisvogelpolitiek, om dezelfde reden lees ik bijna nooit een ,krant. Al die ellende in de wereld, ik word er niet vrolijk van.

Toch blijft het stemmetje zeuren en drie dagen voor ik onder zeil zou gaan en in (lees: met) een hangmatje zou ontwaken, deed ik het toch. Gisteravond pakte ik mijn laptop, opende Google en typte in: Radar uitzending gemist, matjes.

Bang! Kies maar uit. Ik klikte op de eerste beste link en zag Ria Bremer op mijn 17 inch scherm een inleidend praatje houden waarna twee dames in een filmpje vertellen dat hun leven een hel geworden is na het plaatsten van een kunststof matje. Ze konden niet meer fatsoenlijk zitten, hadden dagelijks pijn en seks was taboe.

Mijn hart sloeg over bij het zien van al dit leed. Snel klikte ik verder en kwam op de pagina van de Geneeskunde Inspectie, zag gesprekken met artsen die met hun handen in het haar zaten omdat zij nieuwe technieken hadden uitgeprobeerd terwijl er eigenlijk niks mis was met de oude methode. En nu vrouwen op hun spreekuur kregen met onomkeerbare klachten. De matjes vergroeien namelijk met het weefsel en kunnen niet meer verwijderd worden.

Ik besloot terstond de operatie te cancelen. Tenslotte is het hooikoortsseizoen voor mij op zijn einde en moet ik niet veel meer niezen. Ik heb namelijk respijt, een half jaar zeker, om uit te zoeken of er een andere oplossing is.

Het matje wordt dus voorlopig even in de kast gelegd.

 

Hangmatje (vervolg op Komt een dokter bij de vrouw)

hangmat 1

 Vandaag moest ik terug naar het ziekenhuis op controle voor mijn
“Annelies van der Pies” probleempje. (Vervolg op eerdere blog: Komt een dokter bij de vrouw)

 

 

Ditmaal was het gelukkig dr. X die mij kwam halen in de wachtkamer. Hij was helemaal zoals ik me voorgesteld had, en nog veel meer dan dat. Kraaienpootjes rond zijn heldere blauwe, enigszins ondeugende kraaloogjes en een krans van wit haar rond zijn karakteristieke hoofd. En grote handen (of hebben alle gynaecologen dat?)

Nog voor ik ging zitten vertelde hij met zekere opluchting dat probleem 1 opgelost was, op de foto was duidelijk mijn spiraaltje te zien dat vorige keer tijdens de echo spoorloos bleek. Het ding was dus niet als een of ander los onderdeel in mijn buik gaan zweven.

Na een klop op de deur voegde dokter Y zich bij ons. Ja, die knappe blonde adonis van de vorige keer.
We keken elkaar aan en schoten direct in de lach. Ik floepte eruit dat ik een blog over hem had geschreven.
Dokter X wilde natuurlijk gelijk weten waarover dit onderonsje ging en terwijl ik in de comfortabele damesstoel quasi op mijn gemak in de stijgbeugels lag, gaf ik hem enige nadere uitleg. Dat ik vorige keer eigenlijk meer een vaderlijke dokter had verwacht in plaats van zo’n jonge knappe dokter. En dat ze bij de afspraak hiervoor wel eens mochten waarschuwen.

“U verwachtte dus een opa met een rollator” zei hij gevat. En toen kwam hij helemaal op gang.
In geuren en kleuren beschreef hij de ingreep die me te wachten stond waarbij ik een “hangmatje” zou krijgen.
Toen ik vervolgens verwees naar een minder positieve documentaire op televisie, zei hij dat dat Amerikaanse taferelen waren die door cowboys waren uitgevoerd. Daar viel zijn techniek beslist niet onder. Wel gaf hij met uitgestreken gezicht aan dat bepaalde “Kamasutra standjes” voortaan beter vermeden konden worden en bepaalde bladzijdes dus moesten worden overgeslagen. Ik probeerde mijn lach in te houden, net als de rest.

Mijn jonge Adonis zat inmiddels met hoog rode kleur achter de computer de aantekeningen in te voeren in mijn elektronisch dossier. Onze blikken kruisten elkaar. Ditmaal was hij duidelijk degene die in verlegenheid was gebracht. Ik was redelijk relaxed. Of dat het effect is van het hangmatje weten we pas over enkele weken…

 

Komt een dokter bij de vrouw

dokter
Precies een jaar geleden heb ik een blog geschreven over mijn ongemak tijdens het hooikoortsseizoen: “Pollenbroek” ook op deze website terug te lezen bij oudere berichten.
Het heeft bijna een jaar geduurd voor ik voldoende moed had verzameld om naar dr. Van der Plas te gaan.

 

 

Het grappige is dat je in Nederland voor dergelijke ongemakken naar de uroloog wordt doorverwezen, maar in België valt dat allemaal onder gynaecologie.
Op de website van het Belgische ziekenhuis waarnaar ik doorverwezen ben, is er een zogeheten smoelenboek van de geneesheren. Ik had al eens zitten kijken welke gynaecoloog mij het minst in verlegenheid zou brengen. Ik denk geen van allen, althans mijn type zit er gelukkig niet tussen.
Beter nog, toen ik belde voor een afspraak en moest aangeven wat het probleem precies was, werd ik ingepland bij dokter x. Een aardig uitziende “opa”. Een van mijn Belgische vriendinnen kende hem en verzekerde mij dat het een bijzonder vriendelijke, zachtaardige en kundige man was.
Redelijk op mijn gemak zat ik te wachten in de wachtzaal, zoals dat hier in België heet.
Mijn meisjesnaam werd omgeroepen en ik veerde omhoog. Geen opaatje in witte jas te bekennen maar een zeer jonge blonde adonis stak een hand uit. “Dag mevrouw, ik ben dokter Y. De assistent van dr. X. Samen met mijn collega in opleiding zullen wij u onderzoeken en de resultaten afstemmen met dr. X”.

Slik. Een stuk minder zelfverzekerd volgde ik deze knappe arts in een klein onderzoekskamertje. Ik kreeg terstond last van opvliegers en terwijl we mijn klachten bespraken voegde ik er meteen maar aan toe dat ik dacht dat ik in de overgang zat, mezelf wat lucht toewaaiend met mijn verwijsbrief en tevens een mooi excuus voor mijn hoog rode kleur.
Hij lachte begrijpelijk, keek op zijn computer en zei, “ja binnenkort (maandag dus) wordt u 50. Het zou heel goed kunnen hoor mevrouw.”

Het moment kon niet meer worden uitgesteld, ik moest achter het gordijn mijn onderkleding uittrekken. Ik probeerde nog een grapje te maken dat ik volgens de website gerekend had op een opa-arts en dat ze wel eens mochten waarschuwen dat er ook jonge knappe dokters voor gynaecoloog studeerden.
De twee moesten er hartelijk om lachen. Ik wat minder toen ik met mijn benen wijd in de stijgbeugels lag en de vrouwelijke stagiair mocht oefenen op het uitstrijkje, dat ging dan bij het onderzoek toch in één moeite door, zei dr. Y. Evenals het borstonderzoek. Een volledige onderhoudsbeurt dus, dacht ik bij mezelf terwijl mijn brillenglazen inmiddels al half aangeslagen waren in het warme kleine kamertje.
Ik sloot mijn ogen maar en onderging het gelaten. Dr. Y moest natuurlijk zijn student nog even controleren dus opnieuw een paar latex ….. Maar bij de borstmassage was hij gelukkig even naar dr. X gelopen voor overleg.
Enfin, nadere details zal ik jullie besparen. “We laten nog bloed afnemen en een foto maken en dan zien we u graag over drie weken terug mevrouw.”
Hopelijk dit keer dan wel bij opa. Of zou ik tegen die tijd 10 kg kwijt zijn?