Archives for ziekenhuis

Om je te bescheuren

rokje (2)

Gedurende twintig jaar was ik directiesecretaresse in een algemeen ziekenhuis. Ik was nog jong en onervaren. Mijn baas was als een soort vader voor me. Hij rookte dikke sigaren achter zijn bureau. Dat kon toen nog. Ons kantoor lag aan de gouden gang. De helft van het ziekenhuispersoneel passeerde onze gang op weg naar het personeelsrestaurant.

Op een dag had ik een wit bloesje aan met een zwart-wit geruit rokje, compleet met zwarte stewardessenpumps. Dat was in de tijd van maatje 40 (lang geleden dus…) en ik had mijn pen op de grond laten vallen. Ik bukte om de balpen op te rapen en ‘krak’ zei mijn rokje. Het scheurde helemaal open, van de split tot en met de rits. En je raadt het zeker al, de rits zat niet aan de zijkant.

En ik stond, jawel, met mijn achterste richting de deur van ons kantoor. Die openstond. Onder lunchtijd. Precies op dat moment stapte de grootste charmeur onder de artsen ons kantoor binnen.

“Hulp nodig Moneypenny?” zei hij met diepe stem. Mijn wangen kleurden roder dan mijn lippenstift.

Hij had een afspraak bij mijn baas, dus er moest voor koffie gezorgd worden. Help!

De garderobekast bevond zich in het kantoor van mijn baas. Ik heb de deur opengedaan, dokter Charming voor me uit naar binnen laten lopen. Vervolgens ben ik met mijn rug tegen de kastenwand ook naar binnen geschoven tot ik met één hand de kast kon openen en vliegensvlug mijn regenjas eruit kon pakken. Ik schoot mijn jas en zei: “ik moet dringend weg maar zal eerst nog even koffie halen.”

Met een vette knipoog van dr. Charming die ons geheim goed bewaarde, ben ik over de gang gerend om koffie te halen. “We schenken zelf wel in, ga maar gauw,” redde dr. Charming mijn eer.

Nu moest ik ook daadwerkelijk weg. Ik had een afspraak met de kapper want ’s middags moest ik naar een receptie van mijn vorige werkgever in Delft. Volgens perfect timemanagement had ik mijn agenda zorgvuldig gepland. Iets te zorgvuldig. Er was geen tijd om eerst naar huis te gaan en mij kapotte rokje te verwisselen voor iets anders want dan kwam ik in tijdnood.

Dus, in de regenjas naar de kapper. Aangehouden bij de wastafel. Hillarisch natuurlijk. De kapper wilde wel zien wat ik onder mijn jas had. Angstvallig hield ik de panden van mijn jas bij elkaar, ik was toch geen potloodventer!

Het is me later duur komen te staan die reddingsactie van dokter Charming. Het was hem wel bevallen wat er onder het rokje zat. Hij heeft me wekenlang gestalkt op maandagavond na de vergaderingen van de medische staf die door mij werden genotuleerd. Hij parkeerde zijn vette auto gewoon voor de deur van mijn flatje. Raampje open en allerlei erotische toespelingen, in de hoop dat ik zou bezwijken voor zijn charmes en hem mee naar boven zou vragen…

Ten einde raad heb ik mijn baas in vertrouwen genomen en met een dikke sigaar in zijn mond liet hij dokter Charming bij zich komen. Als een echte Don Corleone redde hij de eer van zijn Familia.

 

©Elles Jansen / 30 november 2012 (uit Pareltjes)

Horen, zien en zwijgen: Hold up and Shut up

 

hold up

In mijn vorig leven was ik directiesecretaresse in een ziekenhuis, hier kan ik wel een boek over schrijven…

Het was woensdagmiddag, bezoekuur. Ik vergeet het nooit meer…

Zo liep ik op een dag in een keurig blauw rokje en een wit bloesje met blauwe stippen door de ontvangsthal naar het kopieerhok. Daar stond Gideon, onze personeelsfunctionaris. Gideon was een guitige kerel, rossig haar, brede schouders en grijze pretoogjes. Hij was niet direct “een stuk”, maar hij had toch een enorme aantrekkingskracht op het vrouwelijk personeel. Als personeelsfunctionaris in een organisatie waar zeker 70 procent van de medewerkers vrouw is, had hij dus veel sjans.  Hij schrok duidelijk toen ik binnenkwam en hem erop betrapte dat hij trouwjurken aan het kopiëren was.

‘Trouwplannen Gideon?’ vroeg ik lachend. ‘Ik dacht dat jij vrijgezel was.’

Hij bekende dat hij al jaren een relatie had maar dit geheim hield omdat hij zo genoot van het flirten. Ik pestte hem een beetje en zei dat ik mijn best zou doen maar niets kon beloven.

Mijn kopieerwerk was klaar en ik liep met 90 vergadersets in mijn armen, terug door de centrale hal naar mijn kantoor.

Het was woensdag en bezoekuur. Ik vergeet het nooit meer.

Onder mijn keurige blauwe rokje had ik hele dunne witte kousen aan. Van die hold-up kousen met een prachtig kanten boord en een rubberen randje om ze op te houden halverwege mijn bovenbenen.

 

Tientallen bezoekers stonden te wachten voor de drie liften in de hal. Nog meer bezoekers kwamen door de draaideuren de gang binnen gelopen.

En precies te midden van al die bezoekers gebeurde het.

Eerst de ene…. en toen de andere kous. Ze vielen fladderend, als een blaadje uit de boom, naar beneden. Golfden als een wolkje over mijn blauwe pumps.

Gideon liep achter me en zag het gebeuren.

Ik stond als bevroren midden in de hal, beide handen vol met de papierstapel. Ik durfde geen stap te verzetten uit angst te struikelen over mijn kousen.

 

Hijgend klonk in mijn oor ‘Zal ik je redden prinses? Dan moet je zwijgen over wat jij gezien hebt, en zal ik zwijgen over wat ik gezien heb’.

Ik kon niet anders dan knikken en opeens gleden zijn vingers langs de binnenkant van mijn benen, mijn kousen mee omhoog trekkend. Ze bleven net iets langer talmen dan noodzakelijk.

Met een rood hoofd mompelde ik ‘dank je wel’, en liep zo recht mogelijk naast Gideon terug naar mijn kantoor.

Geen moment heb ik om me heen gekeken of de bezoekers iets in de gaten hadden. Als dat zo was dan hadden ze in ieder geval iets leuks te melden tijdens het bezoekuur aan hun geliefde patiënten.

 

Nooit meer heb ik zulke kousen gedragen en Gideon? Die is nooit getrouwd…

 

©Elles Jansen, 7 december 2012